Een kind in een scheiding is alsof het op twee bootjes staat.
Je kunt het zien als een kind die op bootjes staat met op iedere boot één been. Zolang de bootjes netjes naast elkaar drijven, is dat geen probleem, maar zodra ze uit elkaar drijven (bij ruzie tussen de ouders), komt het kind in spagaat te staan.
Dat is een hele ongelukkige positie. Niet raar dus, dat het kind dan moeilijk gedrag laat zien. Drijven de bootjes nog verder uit elkaar, dan kan het kind zich zelfs gedwongen voelen om partij te kiezen voor één van de ouders. In het ergste geval willen ze de andere ouder dan helemaal niet meer zien. Ze zijn dan op één van de bootjes gesprongen. Dat is beter dan in het water vallen en verdrinken, oftewel een overlevingsmechanisme.
Een kind dat gedwongen is deze keuze te maken, overleeft dan wel op deze manier, maar zal daar in zijn verdere leven last van blijven houden. Het wil immers van beide ouders houden, op beide ouders lijken, van beide ouders leren, en zich zo een compleet beeld vormen van zichzelf. Het heeft dus te maken met een constante interne strijd. Het kind is beland in een loyaliteitsconflict en dat kan leiden tot ernstigere gedragsproblemen en tot schade op de lange termijn.. En willen alle ouders dit niet kosten wat het kost zien te voorkomen?